Beelddenken: gave of probleem?
Beelddenken is een begrip dat wetenschappers hanteren voor het denken en het leren in beelden. Internationaal worden de begrippen ‘visuospatial memory’, ‘visuospatial thinking’ en ‘visuospatial learning’ gehanteerd. Onderzoeken op het terrein van beelddenken zijn onder andere gepubliceerd door Robert Sternberg, Li-Fang Zhang, Linda Silvermann en Jaap Murre.
In het verleden werd het begrip beelddenken vaak geassocieerd met problemen, waaronder lees- en spellingproblemen. Er werd voornamelijk aandacht besteed aan de zwakker ontwikkelde kanten van de beelddenker. Tegenwoordig is er juist veel aandacht voor de voordelen en bestaat er een tendens om beelddenken ook als een ‘gave’ te zien. Linda Silverman, psycholoog en expert op het gebied van visueel-ruimtelijk denken, hierover in de video The unique inner lives of gifted children.
Onbegrip school- en werkomgeving
Hoewel beelddenken tegenwoordig in een positiever daglicht wordt geplaatst en het juist in verband wordt gebracht met een snelle manier van denken, creativiteit en inventiviteit levert het beelddenken in het onderwijs en in de werkomgeving nog geregeld problemen op. Het onderwijs is vooral talig ingesteld en er wordt nog onvoldoende afgestemd op de leerbehoeften van de jonge beelddenker. Hierdoor kunnen er onnodig problemen ontstaan bij het leren lezen, spellen en rekenen. Ook in de werkomgeving lijden volwassen beelddenkers nog regelmatig onder het gevoel van miskenning en onbegrip. Veel beelddenkers ondervinden aan den lijve dat hun leerstijl niet serieus wordt genomen. Beelddenken zou eenvoudigweg niet bestaan. Er zou onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor zijn. Voor het gemak wordt dan maar even voorbij gegaan aan het complete arsenaal aan nationaal en internationaal onderzoek.
Niet nieuw
Al in de zestiende eeuw verbond de Spaanse arts en geleerde Juan Huarte denkstijlen (ingenios) aan de drie universitaire basisvakken van die tijd: een denkstijl met goed inzicht koppelde hij aan de logica. Een denkstijl met goed geheugen koppelde hij aan de grammatica. Een door grote verbeeldingskracht gekenmerkte denkstijl werd door hem gekoppeld aan de retorica. In Nederland heeft o.a. Maria Krabbe zich haar hele leven lang ingespannen om het begrip beelddenken op de kaart te zetten en te verwetenschappelijken.
Maria Krabbe (1889 – 1967)
De term ‘beelddenken’ bestaat al vele tientallen jaren en is afkomstig van de Haagse logopediste Maria J. Krabbe. In 1929 komt Maria in haar praktijk in aanraking met een intelligente jongen, die op het lyceum, nu VWO, onbegrijpelijke leerproblemen bleek te hebben. Deze uiten zich voornamelijk in slechte cijfers voor de talen. Zij is hierdoor gefascineerd en doet onderzoek waarom een intelligente leerling dit soort leerproblemen heeft. Zij herleidt deze leerproblemen tot een vorm van woordblindheid. Voor de behandeling hiervan bedenkt zij de zogenoemde ‘compensatie-methode’. In 1933 publiceert zij voor het eerst een artikel hierover, getiteld “Compensatie-Correctie-methode, een Therapie voor Woordblindheid” (Krabbe, 1933).
De maatschappij eist woorddenkers, het leven snakt naar beelddenkers
In augustus 1946 schrijft Maria het stuk: Het woordblinde kind. Zij stelt dan met enige bitterheid vast dat haar missie voor er- en herkenning van beelddenken in relatie tot woordblindheid bijna hopeloos lijkt. Zij stelt vast dat woordblinden vastlopen omdat er een tweespalt is tussen hun aanleg en de maatschappij. Zij verwoordt dit als volgt: “Zij loopen vast en de maatschappij noemt hen en niet zichzelf defect. De maatschappij eischt officieel woorddenkers, het leven snakt naar beelddenkers.” De nalatenschap van Maria Krabbe, waaronder het boek ‘Beelddenken en Woordblindheid’, is ondergebracht bij het Internationaal informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging in Amsterdam.
Beelddenken en dyslexie
Maria maakte in haar tijd al een onderscheid tussen beelddenken en woordblindheid dat we tegenwoordig dyslexie noemen. De Stichting Dyslexie Nederland (SDN 2008) luidt als volgt: “Dyslexie is een stoornis die wordt gekenmerkt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.” Ook Maria hanteerde een soortgelijke definitie. Haar definitie luidde: “Woordblindheid bij kinderen is een speciale, hardnekkige moeilijkheid op school, ondanks intelligentie, de schriftelijke taal te leren en te gebruiken, eerst bij leren lezen, later bij het leren van de spelling”.
Zij merkte op dat beelddenken een manier van denken is en dat niet iedereen die in beelden denkt ook dyslectisch is. Zij geeft aan dat er beelddenkers zijn die zelf uitvinden hoe ze het manier van denken kunnen inschakelen voor het leren lezen en spellen. Tegelijkertijd merkt zij op dat ook dit type beelddenker hun gaven onvoldoende kunnen ontplooien in het talige systeem van de school.
Stichting Beelddenken Nederland
In Nederland maakt de Stichting Beelddenken Nederland (SBN) zich hard voor de herkenning en erkenning van het beelddenken. Zo is de SBN op 1 maart 2016 het wetenschappelijk onderzoek gestart naar Beelddenken, dat in 2017 is afgerond. Dit onderzoek werd geleid door Dr. E.H. (Evelyn) Kroesbergen van de Universiteit Utrecht (Orthopedagogiek). Zij werd hierin bijgestaan door haar collega prof. dr. Kees van den Bos van Rijks Universiteit Groningen (Orthopedagiek) en mevrouw Nora Steenbergen van SLO. Ook is op de site van de SNB het volledige boek ‘Beelddenken in historisch perspectief’ te downloaden waarop dit artikel deels is gebaseerd.
Vind je dit een nuttig artikel en ken je iemand in je netwerk die dit ook graag zou willen lezen? Deel het dan alsjeblieft op sociale media. Hoe meer kennis er is over beelddenken, hoe meer begrip!
Indrukwekkend betoog. Dank u!
Dank je Joelle. Het is mijn missie om zoveel mogelijk mensen kennis te laten maken met het beelddenken. Hoe meer mensen, leerkrachten en andere professionals op de hoogte zijn van het beelddenken, hoe eerder het wordt herkend en hopelijk ook erkend.